Magazine Logo

Er zijn 39 resultaten voor: Begaafd doch beperkt. Vroeg signalering van een Aurisme Spectrum Stoornis met behulp van gesprek, persoonlijkheidsvragenlijsten en de Thematische Apperceptie Test.

  • Tijdschriften

  • WTA
-
Placeholder image

Begaafd doch beperkt

Dit artikel beschrijft de problemen die mensen met een Autismespectrumstoornis kunnen hebben binnen hun werksituatie. Daarnaast wordt beschreven op welke wijze persoonlijkheidsvragenlijsten en een formele analyse van narratieven bij de Thematische Apperceptie Test (TAT) behulpzaam kunnen zijn bij de vroege detectie van een Autismespectrumstoornis.

1-6-2009 - Drs. M. Edrisi, Dr. E.H.M. Eurelings-Bontekoe
Editie 2 - 2009
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Diversiteit in empathie en sociaal gedrag

Sociale beperkingen worden beschouwd als het kernprobleem van autismespectrumstoornissen (ASS). In mijn proefschrift bespreek ik de empathische vermogens van normaal intelligente kinderen en adolescenten met ASS, alsook individuele verschillen in hun sociale gedrag. Ten opzichte van leeftijdgenoten zonder ASS, presteerden deelnemers met ASS net zo goed op een inlevingstest (zogenaamde Theory of mind test) en toonden zij vergelijkbaar empathisch gedrag in een testsituatie. Dus het sociale disfunctioneren van normaal intelligente kinderen en adolescenten met ASS lijkt subtieler dan vaak wordt aangenomen. Daarentegen gaven ouders aan dat hun kind met ASS minder empathie zou tonen in reactie op andermans emoties en vonden we ook aanwijzingen voor een verminderde sociale motivatie bij sommige kinderen met ASS. Daarnaast wijzen de resultaten van dit promotieonderzoek op grote individuele verschillen in sociaal gedrag binnen het autisme spectrum. Een gebrek aan empathische responsiviteit of een gebrek aan sociaal initiatief zijn niet zo zeer universele kenmerken van ASS, maar lijken mede te worden gevormd door individuele kindkenmerken zoals leeftijd, temperament, en inhibitievermogen. Onderzoek naar de heterogeniteit in ASS is een noodzakelijke stap om een beter begrip te krijgen van het autisme spectrum.

1-9-2013 - Dr. Anke Scheeren
Editie 3 - 2013
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

DSM-5-classificatie en diagnose in context

Er is veel vraag naar psychodiagnostiek van een autismespectrumstoornis bij volwassenen. Het psychodiagnostisch onderzoek hieromtrent leidt in de praktijk vaak tot een DSM-classificatie autismespectrumstoornis, maar niet tot een autismespectrum-stoornis-diagnose. Vaak blijkt alleen autismespectrumstoornis geclassificeerd en zijn individuspecifieke kenmerken niet meegenomen in de diagnostische overweging. Psychodiagnostiek van een autismespectrumstoornis is meer dan alleen een DSM-classificatie. Om tot de diagnose inclusief de DSM-classificatie te komen schenkt de psychodiagnosticus aandacht aan de individuele kenmerken van de cliënt. De psychodiagnosticus is zich daarbij bewust van de invloed die van de context waarin men werkt kan uitgaan. In dit forum wordt aan de hand van een actueel theoretisch en praktijkkritisch perspectief en een schematisch overzicht de psychodiagnostiek van een autismespectrum-stoornis bij volwassenen met aandacht voor het onderscheid tussen autismespectrumstoornis-classificatie en autismespectrum-stoornis-diagnose, en de context besproken.

1-6-2016 - R. Vuijk, E.H.M. Eurelings-Bontekoe
Editie 2 - 2016
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Hoe Daan zijn probleemgedrag achter zich liet

In deze bijdrage willen wij u laten kennismaken met een van onze bewoners. Zijn naam is Daan. Het verhaal van Daan laat een positieve verandering zien in gedrag nadat de begeleidingswijze is gewijzigd. Voorheen werd hij gezien als een jongen met gedragsproblemen en autisme. Nu staan de gedragsproblemen en de mate van autisme ver op de achtergrond en is er ruimte voor ontwikkeling. Hij is in staat nieuwe vaardigheden aan te leren, kan keuzes maken en wordt zelfstandiger. Daan is een jongeman van 29 jaar met een matige tot ernstige verstandelijke beperking waarvan het intellectueel functioneren overeenkomt met een normaal begaafd kind van 3 jaar en 9 maanden oud. Er is sprake van een stoornis in het autistisch spectrum. Daan laat veel dwanghandelingen zien. Hij spreekt niet met woorden maar met klanken, gebaren, het vingeralfabet en pictogrammen. Vanaf de leeftijd van 9 maanden zijn er ontwikkelingsproblemen geconstateerd. Volgens moeder is er bij Daan vanaf zijn vierde jaar al sprake van zelfverwondend gedrag. Hij bonkte met zijn hoofd op de grond of sloeg zichzelf. Hij uitte zijn agressie voornamelijk op zijn jongere zusje. Wanneer zij voorbijliep werd ze door hem geschopt. Daan heeft in zijn leven een aantal terugvallen in functioneren laten zien. Dit uitte zich in zichzelf slaan, gillen, slecht slapen en het ’s nachts in bed plassen, dingen kapot maken, braken, vermindering van communicatie en een toename van dwangmatigheden en fixaties (knopjes, blaadjes en aarde obsessief in de hand houden, pulken, spugen).

1-6-2017 - Drs. D.C. Ligtvoet
Editie 2 - 2017
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

De ontwikkeling van een vragenlijst voor het meten van vroeg sociaal communicatief functioneren bij zeer jonge kinderen met autisme

Doel. Het ontwikkelen van een oudervragenlijst (de VSCG) om vroeg sociaal communicatief gedrag te meten bij kinderen met autisme. Methode. Een normgroep (n= 1230) en een klinische groep (autisme met of zonder ontwikkelingsachterstand, n = 108) participeerden in dit onderzoek. Resultaten. De interne consistentie en de test-hertestbetrouwbaarheid van de VSCG zijn goed. Er kunnen drie PCA-factoren onderscheiden worden: gericht op 'taal en symbolisatie', 'aandacht volgen' en 'wijzen'. Er is een sterk lineair verband tussen leeftijd en de VSCG-totaalscore; rond 24 maanden is er bij de normkinderen sprake van een plafondeffect. Er zijn normscores berekend voor verschillende leeftijdsgroepen; geslachtsnormen hoefden niet te worden berekend. Kinderen met autisme hebben significant lagere scores dan de normgroep; kinderen met autisme en een ontwikkelingsachterstand scoren het laagst. Op vijfjarige leeftijd is de VSCG nog steeds onderscheidend bij kinderen met autisme. Conclusie. Met 92 vragen plus een aantal deelvragen (invultijd ongeveer 20 minuten) kan het instrument een waardevolle aanvulling zijn voor het diagnostisch proces bij jonge kinderen met autisme.

1-12-2016 - M.E. Buruma, E.M.A. Blijd-Hoogewys, A.M.N. Huyghen, M.L. Bezemer, P.L.C. van Geert
Editie 4 - 2016
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Cognitieve profielen van volwassenen met HFA en het syndroom van Asperger

In deze studie zijn de kwaliteiten en beperkingen van volwassenen met hoog functionerend autisme (HFA) en de stoornis van Asperger onderzocht. De onderliggende vraag was of de drie toonaangevende cognitieve theorieën van autisme ook relevant zijn wanneer het een volwassen populatie betreft. De resultaten duiden op beperkingen in de theory of mind en op een gedetailleerde voorkeursstrategie. Daarnaast komt bij de volwassenen met HFA een lage informatie verwerkingssnelheid naar voren. Er zijn geen beperkingen gevonden in verbale fluency en het werkgeheugen. Eventuele executieve functieproblemen beperken zich mogelijk tot deelgebieden die niet binnen dit proefschrift zijn onderzocht.

1-12-2011 - Dr. A.A. Spek, Prof. dr. E.M. Scholte, Prof. dr. I.A. van Berckelaer-Onnes
Editie 3 - 2011
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Consensus document CASS18+

Autisme is een stoornis die niet overgaat. Aan volwassenen met een autismespectrumstoornis (ASS) en een normale intelligentie wordt geleerd met deze stoornis om te gaan. Daarbij is zowel aandacht voor de zwaktes als de sterktes van het individu met ASS. Psycho-educatie is een standaard onderdeel van de behandeling. Deze wordt gedurende de loop van de behandeling meerdere keren herhaald en wordt niet alleen aangeboden aan de volwassene met ASS, maar ook aan diens omgeving. Verder is er geen standaardbehandeling te noemen, maar zijn er verschillende behandelvormen mogelijk. De individuele samenstelling daarvan wordt mede bepaald door de diversiteit en variabiliteit in ASS-uitingen over de levensloop van het individu heen. Levensloopbegeleiding is belangrijk, evenals het betrekken van de omgeving en het waken voor over- dan wel onderschatting van de volwassene met ASS.

1-9-2012 - Menno Oosterhoff, John van Daal, Els Blijd-Hoogewys & werkgroep behandeling CASS18+
Editie 3 - 2012
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Autisme in de DSM-5

Met de introductie van de DSM-5 die op 17 mei 2013 werd gelanceerd veranderen de criteria voor autisme. De pervasieve ontwikkelingsstoornissen uit de DSM-IV-TR worden alle onder één noemer gebracht: autismespectrumstoornis. De veranderingen in de DSM-5 worden gedetailleerd beschreven en de achtergrond van deze veranderingen wordt toegelicht. Verder wordt er stil gestaan bij de gevolgen voor diagnostiek en behandeling.

1-6-2013 - Ad van der Sijde
Editie 2 - 2013
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Ontwikkelingsstoornissen en verslaving

Verslaving bij volwassenen met Autismespectrumstoornissen (ASS) is nooit eerder onderzocht, in tegenstelling tot verslaving bij ADHD. In deze studie onderzochten we volwassenen met ASS of ADHD, met of zonder verslaving op een observeerbaar (fenotypisch) niveau, op een onderliggend neuropsychologisch (endofenotypisch) niveau en op een genetisch niveau. Uit de resultaten blijkt dat verslaving (Substance Use Disorder, SUD) vaker voorkomt bij ADHD dan bij ASS, maar dat de prevalentie in de onderzochte ASS groep hoger is dan in de algemene bevolking, vergelijkbaar met de prevalentie van SUD bij andere psychiatrische stoornissen. Op een jonge leeftijd beginnen met roken, negatieve gezinservaringen en ouders met SUD gaan gepaard met een verhoogd risico op het ontwikkelen van SUD.Vanuit een fenotypisch gezichtspunt suggereren de uitkomsten van zelfrapportage instrumenten dat de subgroep ASS-met-SUD beter sociaal georiënteerd is dan de subgroep ASS-zonder-SUD. Op een endofenotypisch niveau echter, blijkt de subgroep ASS-met-SUD voor wat betreft cognitieve functies juist meer beperkingen te ondervinden dan de subgroep ASS-zonder-SUD. Op een genetisch niveau blijken drie kandidaat genen nominaal te kunnen differentiëren tussen ASS en ADHD, zonder dat de SUD status daarmee geassocieerd is. De resultaten laten zien dat de comorbiditeit met SUD weliswaar minder voorkomt bij ASS dan bij ADHD, maar minstens net zo ernstig is.

1-1-2011 - Bram B. Sizoo
Editie 1 - 2011
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Autisme: empathie versus systeemdenken

Een bewerking van het artikel: “THE EMPATHIZING-SYSTEMIZING (E-S) THEORY” In dit artikel bespreekt Baron-Cohen de eerder door hem ontwikkelde “mindblindness”-theorie. Hij gaat in op zijn nieuwe theorie betreffende empathiseren versus systematiseren, met hieraan gekoppeld de veronderstelling dat mensen met een autismespectrumstoornis een extreem mannelijk brein hebben.Tenslotte beschrijft hij de implicaties hiervan voor de dagelijkse praktijk.

1-1-2011 - Simon Baron-Cohen
Editie 1 - 2011
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Discrete Trial Teaching: een stap vooruit voor kinderen met autismespectrumstoornis en/of een verstandelijke beperking

De onderzoeken in dit proefschrift richten zich op de ontwikkeling en behandeling van kinderen met ASS en een VB. Het proefschrift bestaat uit de volgende drie delen: 1) de gedrags-kenmerken van kinderen met ASS en een VB, 2) de effectiviteit van vroegtijdige gedragstherapie (VGT), en 3) de condities vereist voor effectieve VGT. In het eerste deel laten studies zien dat kinderen met ASS en een VB ernstig beperkt zijn op diverse ontwikkelingsgebieden. Dit kan hun ontwikkeling negatief beïnvloeden. De resultaten van twee studies laten zien dat kinderen met ASS en een VB moeite hebben met het begrijpen van de intenties van anderen tijdens imitatie en non-verbale communicatie. In de volgende twee studies was er aandacht voor gedragsflexibiliteit, zoals gemeten met de Behavioral Flexibility Rating Scale (BFRS-r). We gebruikten de BFRS-r bij kinderen met ASS en een VB. We vonden ondermeer dat een hogere ontwikkelingsleeftijd en een hogere mate van ASS samenhangen met meer problemen ten aanzien van gedragsflexibiliteit. De laatste studie van deel I laat zien dat gedragsproblemen meer bijdragen aan opvoe-dingsstress dan de diagnose van het kind of de ontwikkelingsachterstand. De meta-analyse en de twee interventiestudies opgenomen in deel II van dit proefschrift bieden aanvullend bewijs voor de effectiviteit van VGT. In deel III laat een kosten-batenanalyse zien dat de geschatte lange termijn-besparingen groter zijn dan de kosten van de behandeling.

1-3-2015 - Dr. N. C. Peters-Scheffer
Editie 1 - 2015
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Lees- en schrijfvaardigheid van studenten met autisme die universitair onderwijs volgen

Doel. Nagaan of studenten met autisme zwak zijn in hun lees- en schrijfvaardigheid. Methode. Een groep van studenten met autisme (n = 26) en een controlegroep (n = 52) voerden tal van lees, spelling en schrijfvaardigheidtest uit. groepen werden op hun scores vergeleken. Resultaten. Studenten met autisme zijn zwakker in het lezen van Nederlandse woorden en pseudowoorden maar sterker in het lezen van Engelse woorden. De groepen verschillen niet in spelling en schrijfvaardigheid. Conclusie. De bevindingen vragen om een bijzondere aandacht voor en een speciale aanpak van lees- en schrijfproblemen bij personen met autisme.

1-12-2016 - Wim Tops, Liset Rouweler, Ilse Noens, Dieter Baeyens
Editie 4 - 2016
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Verwerking van ambigue zinnen bij kinderen met autismespectrum-stoornissen - Een verkennend onderzoek

In dit artikel bespreken wij de ontwikkeling en eerste resultaten van de Ambigue Zinnen Taak (AZT). Deze taak is ontwikkeld om de interpretatie van ambigue zinnen bij kinderen te onderzoeken en om na te gaan of kinderen met autismespectrumstoornissen (ASS) meer moeite hebben met het interpreteren van ambigue zinnen dan leeftijdgenoten. Ambigue zinnen hebben een dubbele betekenis, zoals 'Jan loopt naar de bank’. Om te weten om welke betekenis het gaat, moet een kind gebruik maken van de context; is in deze situatie de bank een meubel of een financiële instelling? Kinderen met ASS hebben volgens de Centrale Coherentie Theorie moeite met het betrekken van de context bij het verwerken van informatie. Om die reden zouden deze kinderen meer problemen kunnen hebben met het juist interpreteren van ambigue zinnen in de context. Om te onderzoeken of dit het geval is, hebben wij in een verkennend onderzoek de AZT afgenomen bij een grote groep controlekinderen met een typische ontwikkeling en bij een kleinere groep kinderen met ASS. De eerste resultaten wijzen erop dat de AZT bij kinderen goed is af te nemen en lijkt te meten wat deze taak beoogt te meten. Uit de resultaten kwam niet naar voren dat kinderen met ASS significant meer moeite hebben met het juist interpreteren van ambigue zinnen dan controlekinderen. Omdat dit een verkennend onderzoek is, bespreken we tot slot hoe de AZT in vervolgonderzoek gebruikt kan worden om de verwerking van ambiguïteit bij kinderen met ASS nader te onderzoeken.

1-12-2011 - Kirstin Greaves-Lord, Natasja D. J. van Lang , Gerard W. Bol, Laurie A. Stowe, John C.J. Hoeks
Editie 3 - 2011
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Een jongen met autismespectrum-stoornis en schizencefalie op MRI

Een 10-jarige jongen gekend met Autismespectrumstoornis (ASS) wordt doorverwezen voor MRI na neurologisch advies omwille van frontal bossing (uitgesproken vooruitstekend voorhoofd). Op de beelden blijkt een schizencefalie. Deze malformatie van de cortex wordt gerelateerd aan motorische en mentale afwijkingen en (refractaire) epilepsie, doch niet aan ASS. In dit artikel wordt het verband onderzocht met autisme. Hoewel een rechtstreeks verband niet aantoonbaar is, zijn er aanwijzingen voor een mogelijk verband op het niveau van hersenontwikkeling.

1-6-2015 - Delphine Vanhamme, Marina Danckaerts en Mark Van Bellinghen
Editie 2 - 2015
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Verkenning van repetitief gedrag: wie past waar in de DSM-5?

Met de komst van de DSM-5, is de aanwezigheid van repetitief gedrag volgens minimaal twee criteria voorwaarde voor de diagnose autismespectrumstoornis (ASS). Onder clinici en ouders leven daarom zorgen dat door deze verandering, met name mensen met stoornis van Asperger of pervasieve ontwikkelingsstoornis - niet anderszins omschreven (PDD-NOS), hun diagnose zouden kunnen verliezen. Dit artikel verkent of kinderen met een stoornis van Asperger of PDD-NOS zich van kinderen met een autistische stoornis onderscheiden in de aanwezigheid van hogere en lagere orde repetitief gedrag. Vervolgens wordt geïnventariseerd in hoeverre deze twee groepen op het gebied van repetitief gedrag zouden voldoen aan de criteria van de DSM-IV-TR en DSM-5. Methode: Dit verkennende, beschrijvende onderzoek maakt gebruik van gegevens uit 154 afnames van de Nederlandse vertaling van de Developmental, Dimensional, Diagnostic Interview (3Di; Skuse, Warrington, Bishop, Chowdhury, Lau, Mandy e.a., 2004). Items over repetitief gedrag zijn ingedeeld in hogere en lagere orde repetitief gedrag, en gekoppeld aan de DSM-IV-TR en DSM-5 criteria. Vervolgens is bepaald hoeveel procent van de groep met een stoornis van Asperger/PDD-NOS en de groep met een autistische stoornis waarschijnlijk voldoet aan de criteria betreffende repetitief gedrag.

1-6-2013 - Geerte Slappendel, Kirstin Greaves-Lord, Jorieke Duvekot & Ad van der Sijde
Editie 2 - 2013
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

De Nederlandse Empathie Quotiënt (EQ) en Systematiseren Quotiënt (SQ)

Achtergrond. De Empathie Quotiënt (EQ) en de Systematiseren Quotiënt (SQ) zijn vragenlijsten die wereldwijd gebruikt worden om de cognitieve stijl van personen te meten. Recentelijk werden de psychometrische eigenschappen van de Nederlandse versies in de internationale vakliteratuur gepresenteerd (Groen, Fuermaier, Den Heijer, Tucha, & Althaus, 2015). Doel. Ten behoeve van het WTA zullen de psychometrische eigenschappen van de Nederlandse lijsten in het onderhavige artikel kort worden samengevat. Methode. De analyses zijn uitgevoerd op een steekproef uit de algemene bevolking (n = 685) en op een groep hoog-functionerende mannen met een autismespectrumstoornis (n = 42). Resultaten. Over het geheel genomen mag geconcludeerd worden dat de lijsten betrouwbaar en valide zijn om de empathiserende en systematiserende cognitieve stijl te meten bij gezonde volwassenen en volwassenen met autisme. Verder werden de Nederlandse psychometrische eigenschappen vergeleken met die van andere internationale studies. Conclusie. Er is een goede cross-culturele stabiliteit voor Westerse landen, echter in Aziatische landen was de EQ minder stabiel en minder gevoelig voor man-vrouw verschillen.

1-6-2016 -
Editie 2 - 2016
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Sociale vaardigheidstraining bij volwassenen met ASS

Sociale vaardigheidstraining wordt regelmatig ingezet als interventie bij volwassenen met een autismespectrum stoornis, maar onderzoek naar de interventie is schaars. Het doel van deze studie is daarom een eerste aanzet te bieden in het bepalen van het effect van sociale vaardigheidstraining in groepsverband op het functioneren tijdens sociale interactie door volwassenen met ASS. Hiertoe is een niet-gerandomiseerde, gecontroleerd klinische studie opgezet, met drie meetmomenten verdeeld over zes maanden, waarbij de derde meting een follow-upmeting was. De interventie was een vijftien weken durende sociale vaardigheidstraining, met wekelijkse groepstrainingen van twee uur. Personen in de wachtlijstgroep kregen treatment-as-usual. In de interventiegroep namen negentien personen deel, in de wachtlijstgroep zestien. Follow-up tijdens de tweede meetronde werd verkregen van 59% (interventiegroep) respectievelijk 63% (wachtlijstgroep); follow-up tijdens de derde meetronde werd verkregen van 42% respectievelijk 6%. Tijdens de metingen werd informatie verkregen via afname van Inventarisatielijst Omgaan met Anderen met als subschalen Spanning tijdens sociaal contact en Frequentie van sociaal contact, de Sociale Steunlijst (discrepanties) en de WHO-Quality of Life (bref). Analyse werd uitgevoerd volgens intention to treat. De resultaten laten een opmerkelijke trend zien bij zowel de spanningssubschaal als de frequentiesubschaal; de interventiegroep verbetert sterker dan de wachtlijstgroep. De follow-upmeting doet vermoeden dat de effectiviteit van de Sociale Vaardigheidstraining na verloop van tijd weer afneemt.

1-9-2014 - Hans van Essen, Ivonne van der Padt, Marijke Gottmer, Robert Lindeboom
Editie 3 - 2014
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

International Meeting For Autism Research (IMFAR) 2012

Van donderdag 17 mei tot en met zaterdag 19 mei 2012 kwamen in Toronto bijna 2000 belangstellenden bij elkaar tijdens de International Meeting For Autism Research (IMFAR). Onderzoekers en zorgprofessionals van over de hele wereld waren aanwezig om nieuwe inzichten op te doen op het gebied van autismespectrumstoornissen. Er was tijdens het congres veel aandacht voor nieuwe perspectieven: zowel op het gebied van wetenschap als de klinische praktijk.

1-3-2013 - Anneke Louwerse en Kirstin Greaves-Lord (Erasmus MC & Yulius)
Editie 1 - 2013
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Wederkerig gedrag

Autisme wordt gekenmerkt door beperkingen in wederkerig gedrag. Er zijn echter weinig instrumenten die deze beperkingen direct meten. In dit artikel werden 53 normaal intelligente kinderen en adolescenten, met en zonder een autismespectrumstoornis (HFASS), onderzocht met een nieuw instrument dat ontwikkeld is om de kwaliteit van wederkerig gedrag vast te stellen, de 'Interactive Drawing Test' (IDT). Bij deze taak werden de deelnemers uitgenodigd om samen met de volwassen onderzoeker een tekening te maken. Kinderen en adolescenten met HFASS lieten, in vergelijking tot deelnemers zonder autisme, minder wederkerig gedrag zien tijdens de interactie met de onderzoeker. Als zij dit gedrag lieten zien, gebeurde dat vooral als zij zelf het initiatief namen tijdens de taak en minder als het initiatief van de onderzoeker uitging. Ze waren daarbij minder tolerant dan de controlegroep in het accepteren van de inbreng van de onderzoeker. De prestaties op de IDT hingen samen met de ernst van de sociale tekortkomingen van de deelnemers, maar waren onafhankelijk van hun cognitief functioneren. De IDT lijkt een veelbelovend instrument te zijn om wederkerig gedrag te meten. De oriëntatie op zichzelf lijkt een cruciaal component van sociaal wederkerig gedrag bij kinderen en adolescenten met HFASS.

1-3-2012 - Tineke Backer van Ommeren, Sander Begeer, Anke M. Scheeren, Nathalie Viskaal, Hans M. Koot
Editie 1 - 2012
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Past de Meervoudig complexe Ontwikkelingsstoornis binnen het autismespectrum?

In dit artikel wordt een model besproken van orthopedagogische vraagstellingstypen in relatie tot psychopathologische kernstoornissen als autisme, ADHD, angsten stemmingsstoornissen en gedragsstoornissen. Op basis van dit model wordt een bevestigend antwoord gegeven op de vraag of McDD, de nieuwe loot aan de stam van het autismespectrum, terecht in het autismespectrum kan worden geplaatst. Het model laat zien dat een autismespectrum zowel een cognitieve als een affectieve dimensie bevat en dat McDD als affectregulatieprobleem goed past binnen deze visie op het autismespectrum. Ook de comorbiditeit van kinderen met McDD met andere problematieken als ADHD, angsten stemmingsstoornissen als ook gedragsstoornissen is goed verklaarbaar vanuit het besproken model. De conclusie luidt dat op basis van dit model tussen de beide gebieden, psychopathologie en orthopedagogische vraagstellingen, vruchtbare theoretische relaties kunnen worden gelegd.

1-6-2011 - Peter van der Doef
Editie 2 - 2011
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Een autismespectrumstoornis bij dubbele-diagnosepatiënten

Doel: Het krijgen van een indruk hoe vaak autisme voorkomt bij dubbele-diagnosepatiënten en de rol van vragenlijsten bij het detectieproces. Methode: Bij het Centrum Dubbele Problematiek te Den Haag werden gedurende anderhalf jaar klinisch behandelde patiënten benaderd voor screening op autisme door middel van de Autism Spectrum Quotient (AQ) en de Autism Spectrum Disorders in Adults Screening Questionnaire (ASDASQ). Resultaten: 7 uit 100 dubbele-diagnose patiënten bleken autisme-'suspect' waarbij na vervolgonderzoek bij 6 patiënten autisme daadwerkelijk gediagnosticeerd kon worden. 93 patiënten scoorden onder de cut-off van één van beide screeningsinstrumenten. Niet uitgesloten is dat zich onder deze patiënten ook nog patiënten met autisme bevinden. Conclusie: Er zijn aanwijzingen dat autisme voorkomt onder dubbele-diagnosepatiënten en dat screening op basis van AQ én ASDASQ in deze studie de DSM-classificatie autisme voorspelt.

1-9-2016 - Annette E. Bonebakker, Saskia van Nieuwkerk, Richard Vuijk, Peter Blanken
Editie 3 - 2016
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Dimensionele en categoriale diagnostiek als solide basis voor zorg en onderzoek

Het concept autisme is de afgelopen decennia aanzienlijk verbreed. Oorspronkelijk werd het klassieke autisme, zoals voor het eerst beschreven door Leo Kanner in 1943, gekenmerkt door zowel beperkingen in de sociale interactie en communicatie, als door stereotype, beperkte gedragingen en interesses. In 1994 kwam er in de DSM-IV (Diagnostic and Statistical Manual of mental disorders-IV; APA, 1994) naast deze klassieke autistische stoornis ook erkenning voor ‘mildere’ varianten, zoals het syndroom van Asperger en de restcategorie ‘pervasieve ontwikkelingsstoornis niet anderszins omschreven’ (PDD-NOS). Tegenwoordig worden autisme, het syndroom van Asperger en PDD-NOS samen autismespectrumstoornissen (ASS) genoemd. De term ‘spectrum’ verwijst naar het concept van een continuüm waarbinnen de ernst en de hoeveelheid van autistische symptomen variëren.

1-6-2012 -
Editie 2 - 2012
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Taalverwerking in de hersenen bij autisme: het effect van context

Beperkingen in taal en communicatie behoren tot de diagnostische criteria van autisme. Taalproblemen bij autisme komen het duidelijkst naar voren wanneer taalbegrip het gebruik van context vereist. Niet duidelijk is echter bij welke soorten context deze problemen optreden. Om meer inzicht in de onderliggende processen te verkrijgen richtte het promotieonderzoek beschreven in dit artikel zich daarom op de verwerking van verschillende soorten context tijdens het begrijpen van gesproken taal in de hersenen van volwassenen met autisme en de stoornis van Asperger. De context van zinnen werd gemanipuleerd door de verwachting over de leeftijd, het geslacht, of sociale klasse van een spreker gebaseerd op de stem al dan niet te laten kloppen met de boodschap van deze spreker (spreker-zinnen). Daarnaast kregen luisteraars zinnen te horen waarvan de inhoud in strijd was met hun kennis over de wereld (wereldkennisschendingen), en zinnen met talige (semantische) schendingen. Met functional Magnetic Resonance Imaging (fMRI) werd bij volwassenen met autisme en controleproefpersonen hersenactivatie gemeten, waarna geactiveerde hersenge-bieden met elkaar werden vergeleken. Verschillen in hersen-activatie tussen de autisme- en controlegroep bleken afhankelijk van het type contextinformatie. Voor de spreker-zinnen en de zinnen met een wereldkennisschending werden verschillen in activatie in linker en rechter inferieure frontale cortex gevonden; deze waren echter afwezig voor de semantische schendingen.

1-3-2014 - Dr. Cathelijne Tesink
Editie 1 - 2014
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Van de redactie

Geachte lezers, Dit nummer opent met een bijdrage van Hilde Geurts en Laura Bringmann inzake planningsvaardigheden bij kinderen met autismespectrumstoornissen. Het manuscript biedt een fraai overzicht van tal van neuropsychologische planningstaken en de gerapporteerde resultaten.

1-1-2010 - Jaap van der Meere
Editie 1 - 2010
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Congres Review: 10e Nationaal Autisme Congres

Op 12 maart 2010 vond in Rotterdam al weer het 10e Nationaal Autisme Congres plaats. Een prachtig palet aan nationale en internationale sprekers bij dit lustrumcongres, wederom met een enorme opkomst. NVA-directeur Fred Stekelenburg kreeg van dagvoorzitter professor dr. Herman van Engeland als eerste het woord. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om op te roepen tot een uitgebreider benutten van beschikbare kennis van ervaringsdeskundigen zoals mensen met autisme en hun partners en familieleden in wetenschappelijk onderzoek en daarnaast tot uitgebreider verspreiden van de wetenschappelijke bevindingen. Het WTA is daartoe een goed platform.

1-1-2010 - Leontine ten Hoopen & Pieter de Nijs
Editie 1 - 2010
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

De ontwikkeling van de ComVoor-V: de ComVoor met aanpassingen voor personen met een visuele beperking

Mensen met een autismespectrumstoornis en een verstandelijke en visuele beperking hebben vaak ernstige communicatieproblemen. Als iemand niet (voldoende) kan communiceren via gesproken taal, is aangepaste communicatie nodig. Speciaal voor deze doelgroep is een nieuw instrument - de ComVoor-V - ontwikkeld. Op basis van de afname van de ComVoor-V kan een geschikte strategie voor ondersteunende communicatie worden bepaald. Het instrument kan bij zowel blinde als slechtziende personen worden afgenomen. De ontwikkeling van de ComVoor-V wordt in deze bijdrage nader toegelicht. De psychometrische eigenschappen van de ComVoor-V zijn onderzocht op basis van afnames bij 84 personen met een visuele en verstandelijke beperking met een ontwikkelingsleeftijd tussen 12 en 60 maanden. Het instrument blijkt over een goede betrouwbaarheid te beschikken en de eerste analyses wijzen ook op voldoende validiteit.

1-12-2015 -
Editie 4 - 2015
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Autisme bij peuters: aspecten van vroege herkenning, diagnostiek en behandeling

In dit proefschrift staan drie vragen centraal: 1) hoe kan vroege herkenning van autismespectrumstoornissen (ASS) worden gestimuleerd?; 2) wat is de waarde van verschillende screenings- en diagnostische instrumenten voor jonge kinderen?; en 3) wat is de effectiviteit van de experimentele Focus oudertraining voor peuters met een ASS? De resultaten laten zien dat vroege herkenning en diagnosestelling van ASS (voor de leeftijd van 36 maanden) absoluut mogelijk is, met name bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand. Diverse screeningsinstrumenten hebben beperkte voorspellende waarde in een hoog-risico groep, hetgeen het belang van accurate kennis en klinische alertheid van professionals onderstreept. In diagnostische procedures bij peuters heeft de ADOS (in vergelijking met de ADI-R en SCQ) de beste voorspellende waarde. Tenslotte is geen additioneel effect van de Focus oudertraining aangetoond als aanvulling op reguliere zorg.

1-3-2012 - Iris Servatius-Oosterling, PhD | Promotores: prof. dr. J.K. Buitelaar;prof dr. R.J. van der Gaag. Co-promotor: Dr. N.N.J. Lambregts-Rommelse
Editie 1 - 2012
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Theory of Mind bij volwassenen met een verstandelijke beperking met of zonder ASS

Theory-of-Mind (ToM) - oftewel het zich kunnen inleven in de gedachten en gevoelens van anderen - is een vaardigheid die kinderen al op jonge leeftijd beheersen. Mensen met een autismespectrum-stoornis (ASS) hebben vaak ToM-problemen. Individuen met een verstandelijke beperking (VB) hebben mogelijk een ontwikkelings-vertraging op het vlak van ToM. Er is nog maar weinig onderzoek gedaan naar ToM bij volwassenen met VB. In dit artikel worden resultaten gepresenteerd van een onderzoek naar ToM bij volwassenen met VB en ernstige gedragsproblemen met of zonder ASS. De hypothese hierbij was dat deze individuen qua ToM vergelijkbaar zouden presteren met kinderen, waarbij de individuen met VB en ASS slechter zouden presteren dan de individuen met VB zonder ASS. Er zijn geen specifieke ToM-instrumenten beschikbaar voor volwassenen met VB. In dit onderzoek werd daarom gekozen voor de TOM-test, een test ontwikkeld voor kinderen. Er werden 64 individuen geïncludeerd, waarvan 15 met en 49 zonder ASS. Zij functioneerden qua ToM-niveau vergelijkbaar met 7-8 jarigen.

1-12-2013 - E.A. Solodova & E.M.A. Blijd-Hoogewys
Editie 4 - 2013
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Betekenisvol waarnemen

Vroeg sociaal-communicatief gedrag van kinderen bestaat uit een verzameling van vaardigheden, waaronder gedeelde aandacht ('Joint Attention'), taal, mimiek en gebaren en ander communicatief verwant gedrag. De sociaal-communicatieve ontwikkeling van een kind ontstaat vanuit de interactie die een kind vanaf de geboorte aangaat met z'n omgeving. De ontwikkeling van Joint Attention is een eerste aanzet van het kind om te komen tot het leren aanvoelen en begrijpen van intenties van de handelingen van anderen. Het verlenen van betekenis aan communicatie leert een kind door verbanden te leggen tussen handelingen en de (sociale) context waarin interactie plaatsvindt. Hiervoor dient een kind beroep te kunnen doen op de vaardigheid intersubjectiviteit. Intersubjectiviteit is het begrijpen dat communicatie in een sociale context staat en gepaard gaat met gevoelens en gedachten van een ander. Het is een (blijvend) belangrijk benodigd concept in het groeiende en aanhoudende proces van het leren zien van de intenties van een ander en hun betekenis. Deze bijdrage poneert intersubjectiviteit naast en aanvullend op Joint Attention als vaardigheid die de sociaal-communicatieve ontwikkeling van het kind mogelijk maakt. Een gebrek aan of minder ontwikkelde intersubjectiviteit van een kind lijkt mede de kwalitatieve beperkingen in en functionele integratie van sociaal-communicatieve vaardigheden te bepalen.

1-3-2014 - Paul A. Mulder, Anne-Marie N. Huyghen & Marrit E. Buruma
Editie 1 - 2014
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Genetica van Autisme

Een complete bespreking van de genetica van autisme zou vele pagina's omvatten en binnen afzienbare tijd niet meer up to date zijn. Dit artikel heeft dan ook niet tot doel de gehele genetica van autisme te beschrijven. Hier zullen de ontwikkelingen op het gebied van de genetica van autisme inzichtelijk worden gemaakt door deze te kaderen in een historisch perspectief (zie tabel-1). De lijn van ontwikkeling wordt hierdoor zichtbaar, met als doel de veelheid aan publicaties die uit worden gebracht beter te kunnen begrijpen. In dit artikel zullen vooral de grote lijnen op het gebied van genetica en ASDs worden uitgelicht, specifieke genen en syndromen zullen minder aan bod komen. Voor een uitgebreide lijst van genen verwijzen we naar het artikel van Betancurt (Betancur, 2011) en drie internetdatabases (http:// autismkb.cbi.pku.edu.cn/, http://www.mindspec.org/autdb. html en https//sfari.org/sfari-gene) (Banerjee-Basu & Packer, 2010; Basu, Kollu, & Banerjee-Basu, 2009; Xu, Li, Huang, Zhao, Tang, & Wei, 2012).

1-3-2013 - Jytte de With, Wouter Staal
Editie 1 - 2013
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

De effectiviteit van sociale vaardigheidstraining bij volwassenen met een autismespectrumstoornis

Doel. Nagaan of sociale vaardigheden en draagkracht toenemen en klachten afnemen bij volwassenen met een autismespectrum-stoornis die een autisme-specifieke sociale vaardigheidstraining volgen. Methode. Volwassenen met autismespectrumstoornissen volgden of een sociale vaardigheidstraining (n = 34), of kregen een andere vorm van behandeling (de controle groep, n = 29). Beide groepen vulden, voorafgaand en 10 weken na afloop van de training, drie vragenlijsten in: de Social Responsiveness Scale for Adults, de Positieve Uitkomsten Lijst en de Brief Symptom Inventory. De lijsten meten respectievelijk sociale vaardigheden, draagkracht en klachten. Resultaten. Het volgen van een sociale vaardigheidstraining leidt tot een matige verbetering van sociale vaardigheden. Maar andere vormen van behandeling doen dit ook. Conclusie. Op grond van de resultaten kan niet worden vastgesteld welke groep van patiënten met een autismespectrum-stoornis het meest gebaat is bij een sociale vaardigheidstraining of juist een andere vorm van training of behandeling.

1-9-2016 - A. Booij, I.W. de Groot, P.M.J. van den Brenk, B.B. Sizoo
Editie 3 - 2016
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Is cognitieve gedragstherapie voor de behandeling van angststoornissen (kosten)effectief voor kinderen met ASS?

Dit artikel geeft een samenvatting van twee studies beschreven in het proefschrift van van Steensel (2013). In de eerste studie werd onderzocht of cognitieve gedragstherapie (cGT) effectief is voor de behandeling van angststoornissen bij kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS). Hierbij werd de effectiviteit van cGT vergeleken tussen een groep kinderen met ASS en comorbide angststoornissen (n = 79) en een groep kinderen met angststoornissen (zonder ASS) (n = 95). Angststoornissen, angstsymptomen, kwaliteit van leven, ASS gerelateerde problemen en gedragsproblemen werden gemeten voorafgaand aan de behandeling (voormeting), direct na de behandeling (nameting) en 3 maanden later (follow-up). De tweede studie onderzocht of cGT, in vergelijking met reguliere behandeling, een kosteneffectieve interventie is voor het behandelen van angststoornissen bij kinderen met ASS. kinderen met ASS en comorbide angststoornissen ontvingen ofwel cGT (n = 24) ofwel reguliere behandeling (n = 25). Angststoornissen, kwaliteit van leven, en de kosten werden in kaart gebracht voor de behandeling (voormeting), na 3 maanden behandeling (nameting) en nogmaals 3 maanden later (follow-up). De belangrijkste bevindingen van de studies zijn dat (1) cGT een effectieve interventie is voor de behandeling van angststoornissen bij kinderen met ASS, (2) de effecten van cGT voor de behandeling van angststoornissen niet verschillend zijn voor kinderen met en zonder ASS en (3) cGT ten opzichte van reguliere behandeling een kosteneffectieve interventie lijkt om angststoornissen bij kinderen met ASS te behandelen. De bevindingen van de twee studies onderstrepen het belang van het herkennen, diagnosticeren en behandelen van angststoornissen bij kinderen met ASS.

1-9-2014 - FJ.A. van Steensel, S.M. Bögels, C.D. Dirksen
Editie 3 - 2014
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Een ouder-kind Interactiebehandeling

Probleemstelling. De kwaliteit van de ouder-kind interactie is van groot belang voor de ontwikkeling van jonge kinderen. Deze interactie verloopt minder vanzelfsprekend wanneer er sprake is van autisme bij het kind. Doel. Nagaan of de sociaal-emotionele ontwikkeling van het jonge kind met autisme kan verbeteren middels het optimaliseren van de ouder-kind interactie. Methode. Twintig kinderen met een gemiddelde leeftijd van 45 maanden en hun ouders werden behandeld middels de methodiek FloorPlay (groepsbehandeling) op een reguliere GGZ instelling. De gemiddelde behandelduur was 19 weken. Resultaten. Na de behandeling zijn bij het kind de sociaal-emotionele problemen afgenomen en is de functioneel emotionele ontwikkeling verbeterd. Discussie. FloorPlay onderscheidt zich van de meer kindgerichte behandelmethoden doordat de emotionele band tussen de ouder en het kind centraal staat. Doordat de ouders versterkt worden in het ouderschap en vaardigheden aangereikt krijgen om de interactie met hun kind met autisme te optimaliseren is de verwachting dat de resultaten blijvend zijn en hiermee relatief goedkoop. De resultaten van deze pilotstudy nodigen uit tot verder onderzoek.

1-3-2016 - Pieta van Dishoeck, Claudine Dietz, Nicolle van de Wiel
Editie 1 - 2016
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Een positieve kijk op ASS

Mensen met autismespectrumstoornissen (ASS) hebben vanuit de empathi-zing-systemizing-theorie van Baron-Cohen naast een tekort in het mentali-seren, een beperkte theory of mind en een beperkte empathie een sterkte in het systematiseren ten minste bij een normale intelligentie en afwezigheid van (ernstige) leerproblemen. Dit wordt door Baron-Cohen 'nul-empa-thie-positief' genoemd. Om te leven en te functioneren als persoon met ASS en 'nul-empathie-positief' en daadwerkelijk van de sterkte van het systematiseren te kunnen profiteren dient de omgeving vanuit een persoonsgerichte benadering de persoon met ASS tegemoet te treden, rekening te houden met de beperkingen en de mogelijkheden te zien, hem of haar daarop aan te spreken en de ruimte te geven. Zo kan door de beperkte empathie heen de sterkte in het systematiseren tot ontwikkeling komen en ten volle door de persoon met ASS benut worden.

1-9-2013 - Richard Vuijk
Editie 3 - 2013
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Planningsvaardigheden bij autismespectrumstoornissen

In de klinische praktijk worden vaak planningsproblemen gezien bij mensen met autismespectrumstoornissen (ASS). In neuropsychologisch onderzoek worden taken afgenomen om planningsproblemen te objectiveren. Er zijn verschillende manieren om planningsproblemen vast te stellen. In dit artikel worden de volgende vragen aan de orde gesteld: 1) Zijn er bij mensen met ASS planningsproblemen? 2) Zo ja, met welke planningstest worden de meest eenduidige bevindingen gedaan? Uit zowel de kwalitatieve als de kwantitatieve analyse kwam naar voren, dat er inderdaad planningsproblemen zijn bij mensen met ASS. Daarnaast werd duidelijk, dat de zogenaamde “tower” taken de planningsproblemen goed in kaart kunnen brengen met uitzondering van de “Stockings of Cambridge”. Bij het vaststellen van planningsproblematiek bij mensen met ASS is het goed om te realiseren dat niet iedere planningstaak even geschikt is voor deze doelgroep.

1-1-2010 - Hilde M. Geurts en Laura F. Bringmann
Editie 1 - 2010
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Een andere kijk op autisme

Probleemstelling: Uit zelfrapportage van mensen met autisme, informatie van ouders en/of partners als ook uit klinische ervaring komen aanwijzingen naar voren dat sensorische informatiever-werkingsproblemen frequent voorkomen. Deze problemen kunnen het dagelijks leven en adaptief functioneren belemmeren. Systematisch navraag doen naar deze problemen is vooralsnog geen gemeengoed, zeker bij adolescenten en volwassenen. Gezien de bijgestelde criteria voor autisme in de DSM-5 is dit wel belangrijk. Doel van het onderzoek is tweeledig: 1. Sensorische informatieverwerkingspatronen bij adolescenten en volwassenen met autisme vergelijken met die van leeftijdsgenoten zonder autisme, en 2. Het meten van de sensitiviteit en responsiviteit van de betrokken hulpverleners voor sensorische informatieverwerking. Methode: Het betreft een cross-sectioneel cohortonderzoek waarbij een zelfbeoordelingvragenlijst naar sensorische informatieverwerking wordt afgenomen bij cliënten met autisme vanaf 11 jaar die in ambulante behandeling zijn bij GGZ Dimence. Daarnaast wordt een retrospectieve dossierstudie verricht naar de mate waarin hulpverleners aandacht hebben besteed aan sensorische informatieverwerking. Conclusie: Bijna alle onderzochte adolescenten en volwassenen met autisme (96%) blijkt sensorische informatie anders te verwerken dan leeftijdsgenoten zonder autisme. Zij zoeken vooral minder prikkels op. Het dossieronderzoek wijst uit dat 59% van de hulpverleners sensorische informatieverwerking gedocumenteerd heeft in het intakeverslag, waarbij in 15 % van deze dossiers dit heeft geleid tot een doel in de behandeling.

1-3-2015 - Maria Hekert & Bram Sizoo
Editie 1 - 2015
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Alexithymie

Alexithymie betekent letterlijk: "geen woorden voor emoties" en verwijst naar de moeilijkheden die mensen kunnen ervaren om emoties te differentiëren van lichamelijke gewaarwordingen. Alexithymie wordt gekenmerkt door een affectieve en een cognitieve dimensie en deze kunnen gemeten worden met de Bermond Vorst Alexithymia Questionnaire. Met deze zelf-rapportageschaal komt de prevalentie van alexithymie bij personen met autisme boven de 50 % uit. We vergelijken de alexithymie scores bij een groep patiënten met een autismespectrumstoornis met reeds gepubliceerde gegevens van Berthoz en Hill (2005). Hierbij valt vooral de grote variatie op in gerapporteerde moeilijkheden met het verwoorden en cognitief verwerken van emoties en van de mate waarin personen met autisme hun verbeeldingskracht gebruiken. Personen met autisme zijn op het gebied van alexithymie een heterogene groep.

1-12-2012 - Jan Scholiers
Editie 4 - 2012
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Nationaal Autisme Congres 2016

Op 11 maart 2016 vond in Rotterdam het Nationaal Autisme Congres plaats. Tijdens dit congres werd door zowel nationale als internationale onderzoekers en behandelaren een uitgebreide kijk geboden op de huidige stand van zaken. Tijdens de eerste lezing werd een overzicht geboden over de overkoepelende thema’s van de dag door Dr. Els Blijd-Hoogewys en Prof. Hilde Geurts. Dr. Blijd-Hoogewys gaf een overzicht over de onderwerpen die gelinkt kunnen worden aan het gedrag dat we zien bij mensen met autisme1, zoals sensorische interesses, eetproblemen, angst en psychotische stoornissen. Prof. Geurts gaf een overzicht over de onderwerpen die gelinkt waren aan fundamentele neurobiologische kennis, zoals genetica, fysiologie en kijkgedrag. Bij fundamenteel onderzoek wordt steeds vaker gewerkt vanuit het RDoC model dan vanuit één specifieke psychiatrische diagnose. Het RDoC model streeft ernaar om breder te kijken naar het niveau van functioneren, op de vlakken genetica, moleculen, fysiologie, gedrag etc. Geurts gaf aan dat het belangrijk is om bij studies die zijn gebaseerd op het neurobiologische model, de sociale context niet te vergeten. De sociale context vormt een belangrijk onderdeel bij de behandeling van personen met autisme.

1-9-2016 - Anneke Louwerse en Jeanet Landsman
Editie 3 - 2016
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

Placeholder image

Ik Puber

Binnen Yulius wordt - in samenwerking met het Erasmus MC - de effectiviteit onderzocht van de Ik Puber-training, een individueel pedagogisch-therapeutisch programma gericht op de puber-teits- en seksualiteitsontwikkeling van jongeren met een autismespectrumstoornis (ASS). Uit de literatuur blijkt dat jongeren met een ASS door hun beperkte sociaal-emotionele vaardigheden diverse risico's met betrekking tot hun seksuele gezondheid lopen. Specifieke begeleiding is nodig om hen de benodigde competenties aan te leren om hun sociale rol als puber op goede manier te kunnen invullen. Er wordt onderzocht of jongeren met een ASS door het volgen van de Ik Puber-training meer kennis, vaardigheden en inzicht krijgen met betrekking tot de psychoseksuele ontwikkeling en of hun zelfvertrouwen en weerbaarheid door de training worden vergroot. Daarnaast wordt onderzocht of het programma ertoe kan bijdragen dat jongeren met een ASS meer adequaat gedrag gaan laten zien met betrekking tot relaties en seksualiteit.

1-6-2012 - Kirsten Visser, Kirstin Greaves-Lordu, Linda Dekker, Frieda Boudesteijn, Athanasios Maras, Esther van der Vegtu
Editie 2 - 2012
WTA
  • Samenvatting

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • HTML

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

  • PDF

    Het voledige artikel is beschikbaar na het afnemen van een abonnement. Abonneren

WTA

WTA (Het Wetenschappelijk Tijdschrift voor Autisme) is een peerreviewed tijdschrift met als doelstelling het bevorderen van de verspreiding van wetenschappelijk gefundeerde kennis over het spectrum van autismestoornissen in het Nederlands taalgebied. De verbreding van het wetenschappelijk fundament is gericht op de verbetering van de positie van mensen met autisme in de samenleving in de meest brede zin van het woord.

Naar de website.



Ouderschapskennis

Ouderschapskennis, voor opvoedondersteuners en ouderbegeleiders, is een tijdschrift voor de studie van ouderschap en ouderschapsproblematiek. De redactie van Ouderschapskennis weet uit ervaring wat de dagelijkse dilemma’s op de werkvloer van ouders, ouderbegeleiders en opvoedondersteuners zijn.

Naar de website



Waardenwerk

Tijdschrift Waardenwerk richt zich op het onderzoeken en ondersteunen van werken aan waarden op drie, onderling samenhangende niveaus: het niveau van de persoonlijke bestaansethiek, het niveau van werk en professioneel handelen en het niveau van organiseren en besturen.

Naar de website



Participatie en Herstel

‘Participatie en Herstel’ is een voortzetting van het Tijdschrift voor Rehabilitatie en Herstel. Het richt zich op ondersteuning van maatschappelijk herstel, sociale inclusie en het tegengaan van maatschappelijke uitsluiting van mensen met een verslaving of met forensische problematiek.


Naar de website